Femke in Kaapstad...

Memory met schoenen, babygym en een kijkje in het ziekenhuis

Vandaag ben ik volgens mijn reismee.nl-profiel al over de helft van mijn tijd in Zuid-Afrika! Ongelofelijk hoe snel die bijna zeven weken (zónder sneeuw, haha) voorbij gevlogen zijn! Mijn tijd in het kindertehuis zit er over ruim drie weken al op, juist nu ik het steeds meer naar mijn zin begin te krijgen. Zo zijn de saaie middag-slaapuurtjes steeds meer gevuld met het op de hete rommelzolder uitzoeken van kleding en bij elkaar zoeken en op maat sorteren van paren schoenen die in de afgelopen jaren (!) zijn verzameld. Het voelt als één groot memory-spel! En er waren zo absurd veel single schoenen, dat ik met niet kon voorstellen dat zoveel ouders maar één schoen zouden doneren, Maar ik had overal op zolder al gekeken en kon nergens nog ander dozen, zakken of wasmanden met schoenen vinden. Totdat ik werd meegenomen naar de garage. De deur zwaaide open en ik stond aan de grond genageld. OMG, wat een enorme teringzooi is DAT! Er waren nog veeeeeeeeeeeeeeeeeeel meer dozen met schoenen, nog meer kleren, speelgoed, keukengerei, handdoeken en ga zo maar door. Je kan het zo gek niet verzinnen of wel iemand heeft het aan het kindertehuis geschonken. En dan moet je nagaan dat er maar maximaal 40 (ofzo) kinderen kunnen wonen hier. Ze hebben echt voor jaaaaaren genoeg spullen en voor weken werk om het uit te zoeken!

Ook ben ik steeds meer andere dingen aan het doen dan gewoon op de groep helpen met de standaard dingen als eten geven, aankleden en spelen. Vorige week woensdag ben ik met de vrouw mee gaan kijken die individueel aan kindjes babygym en babymassage kwam geven. Zij heeft me wat oefeningetjes geleerd om een zestien maanden oud meisje te leren omrollen. Zij is zo enorm achter in haar ontwikkeling, ze rolt niet, heeft nog geen tandjes, maakt amper geluidjes en kan haar hoofd maar een hele korte tijd rechtop houden. Een hele grote baby met de ontwikkeling van een hele kleine. Dus ik heb de afgelopen week geoefend met haar en geloof het of niet, gisteren rolde ze zomaar ineens zelf om! En ze blijft maar van haar rug naar haar buik en terugrollen met een grote smile op haar gezicht, zo geweldig om te zien!! En dat kan dus binnen een week! En ik moet zeggen, het voelt supergoed om concreet iets te kunnen bijdragen aan hun ontwikkeling.
Vandaag gingen twee managers zelf naar de babygym met twee baby's en mocht ik ook mee met datzelfde meisje. Nu waren we met een groepje met ook twee blanke Afrikaanse moeders met hun kindje. We gingen deze keer de zintuigen prikkelen, erg leuk om bezig te zijn met geur en smaak en de baby's te laten ruiken (en soms proeven) aan lavendel, appel en citroen.

Daarnaast grijp ik steeds meer mijn kans om dingen te kunnen zien buiten het kindertehuis. Zo had ik mijn stoute schoenen aangetrokken en gevraagd of ik niet mee mocht toen er een 3 maanden oude baby met uitdrogingsverschijnselen naar het ziekenhuis moest worden gebracht. Ik was eigenlijk wel benieuwd hoe zo'n staatsziekenhuis (en dus geen privékliniek) er hier uit ziet. En dat is me toch een wereld van verschil met Nederland! Oké don't worry, het is niet zoals in al die arme Afrikaanse landen, die je op televisie ziet, dat ze er geen normaal water of elektriciteit hebben en het zit ook gewoon een stenen gebouw. Maar als je bij de afdeling 'Ongevalle' komt (de eerste hulp in Nederland) kan je daar rustig een hele dag moeten zitten wachten. Overal zie je dan ook zwarte (en een enkele blanke) Afrikanen hangen, liggen of zitten. Buiten, in de gangen, in de immense wachtkamers, in de kamers. Het is er zo vol! En dit was, hoorde ik van Alice de nurse-assistent uit het kindertehuis, nog een rustige dag!

Je loopt ook gewoon overal langs daar. Alice, die 20 jaar in dat ziekenhuis heeft gewerkt op de premature afdeling gaf me een korte rondleiding en vertelde doodnormaal: ja en dit is de OK, en hier de verkoeverkamer, hier is de couveuse-afdeling en dit de Intensive Care. En serieus, je kon overal (!!) gewoon naar binnen kijken. Ik zag overal mensen in bedden, in rolstoelen en heel veel familie erom heen. In een kamer waar ze in Nederland vier bedden zetten, staan er hier acht. Het wachtlijstprobleem oplossen is geloof ik zo ingewikkeld niet, hahaha!

En dan al die spullen! Op de babyafdeling waar Deon een bedje kreeg, en een sonde en infuus, stonden drie bedjes in een kamer van zeg 6 m2. Daar zat dan nog een moeder naast en er lagen overal spullen. Plastic tasjes, fleecedekentjes, jassen, kleren, echt vanalles legt de familie in het bedje. En daartussen ligt dan nog ergens het zieke kind! De dokters worden door een soort intercomsysteem omgeroepen en dus klinkt het continu door het hele gebouw dingen als: 'Kunnen alle beschikbare dokters naar Ongevalle komen, aub'. Ik stond echt mijn ogen (en oren) uit te kijken en ben, ondanks dat alles goed schoon was, de arsten en verpleegkundigen kundig zijn en ze steriele producten gebruiken, toch erg blij dat ik gewoon een ziektekostenverzekering heb en terecht zou kunnen in een privé-kliniek.

Maar laten we in ieder geval hopen dat dat hier niet nodig zal zijn *klop klop*!

De niet-toeristische realiteit

Hoe langer ik hier in Zuid-Afrika rondloop, hoe meer ik een beeld begin te krijgen van het échte Afrika. Ik begin langzaamaan te veranderen van een overduidelijke toerist (inclusief petje, rugzak, fotocamera, zonnebrand en met een kaartje in de hand) in een iets-minder-toerist (met enkel nog een fotocamera ergens in mijn broekzak). Nu ik hier bijna zo'n week of zes ben, kom ik steeds meer in aanraking met Zuid-Afrikanen, iets wat je als toerist meestal niet zo snel voor elkaar krijgt. De waarheid die je als toerist voorgeschoteld krijgt, begint beetje bij beetje af te brokkelen. Ik kom dichter bij de realiteit van Zuid-Afrika.

Zo begint mijn Zuid-Afrikaanse collega-staff mij steeds meer serieus te nemen. En soms ook niet-serieus, want we hebben gisteren heel wat af gelachen met zijn allen. Alle peuters mochten gisteren namelijk, op een flink warme dag, buiten in het badje. Het was zo'n schattig gezicht, al die bruine kroezige peuterlijfjes spetterend, lachend en naar schuim happend in de warme zon (zo jammer dat foto's verboden zijn!) Af en toe vergeet je simpelweg dat ze zoveel hebben meegemaakt, ziek zijn of in de steek gelaten en kan ik me nauwelijks voorstellen dat je zulke lieverds ook maar in de steek dúrft te laten. Ik zou ze zo mee naar huis willen nemen! Maar goed, alles leuk en aardig in het water, totdat één van de kinders plots in het badje poept. Alle peuters worden in één zwiep uit het water getild na de gil 'drol!' en ik vraag vrij serieus in het half-Nederlands/Afrikaans: 'gaan jy die drol vang?'. Ze kwamen allemaal niet meer bij van het lachen!!! En bleven maar gierend roepen, 'die drol moet gevang!'. Uiteindelijk kiepten ze het badje leeg en werd één van de staff gekscherend tot 'on drol-duty' gebombardeerd. De hilariteit was compleet toen ze met een luier de drol uit het gras probeerde te vissen en hem vervolgens kokhalzend weer liet vallen en naar binnen rende, weg van de stank. Hahahahaha! Het begint dus wel wat gezelliger te worden daar!

Maar ik heb zeker ook wat serieuzere gesprekken, met name met Alice die er net als ik elke dag is (de rest heeft wisselende diensten). We bespreken in de pauze echt vanalles, van de reden achter de enorme hoeveelheid tienerzwangerschappen hier, tot het seksuele gedrag van de president (hij was deze week weer in het nieuws omdat hij een dochter van iemand had verkacht) en zijn schokkende opmerkingen over condoomgebruik ('do you eat a banana with a peal?') in dit HIV-land en meer van dat soort dingen. Reuze interessant om eens te horen hoe de bevolking denkt over dit soort dingen.

En gisteren was hier in Kaapstad 'the opening of parliament'. Na het zomerreces begint het parlement vandaag weer met regeren en eigenlijk is die eerste dag een soort Prinsjesdag met de presentatie van de jaarplannen. En laat Kaapstad nu het Den Haag van Zuid-Afrika zijn! Heel het centrum was afgezet met hekken vanwege een militaire parade en de president die in zijn soort van pausmobiel een tocht aflegt naar het regeringsgebouw. Dit jaar was een speciaal jaar, want het was gisteren op de kop af 20 jaar geleden dat Nelson Mandela na 27 jaar gevangenschap bevrijd werd. Hij zou geeerd worden. Onder het mom van 'we willen Nelson zien' zijn we naar het centrum gegaan om te kijken. De manager van het project van Sabine, mijn nieuwe huisgenoot, wilde ons wel op sleeptouw nemen om ons wat meer te vertellen over alles wat er gebeurde. Ondanks dat Nelson helemaal niet te zien was, omdat hij al binnen in het parlement was (hij is oud en schijnt ziek te zijn), was het mede door die manager een geweldige ervaring.

Vooral de kant van Zuid-Afrika waarmee deze man ons kennis liet maken, de corrupte kant, heeft grote indruk op mij gemaakt. Zo werkte hij eerst in een opsporingsteam voor kinderprostitutie en kinderporno, een erg grote business hier in Zuid-Afrika. De bendes en organisaties die hij opgespoord heeft, konden, zelfs met een compleet bewijsdocument niet vervolgd worden. Ze komen weg met een simpele waarschuwing, omdat er geen wet bestaat die zoiets verbiedt. Wat natuurlijk alles behalve bijdraagt aan het verminderen van deze business. Daarnaast ontvangt de overheid miljoenen van die organisaties om de boel te beschermen. Hij is ermee gestopt toen hij drugsbendes onderzocht en één van zijn detectives in koele bloede is doodgeschoten. Gruwelijk!

De overheid is hier sowieso niet te vertrouwen (en ook de media schijnt gebiased te zijn). Zo is de vrouw van het hoofd van de nationale veiligheidsdienst (ja de VEILIGHEIDSDIENST!) pas geleden opgepakt vanwege drugssmokkel. Die kerel hoefde niet eens af te treden, iets wat in Nederland ondenkbaar zou zijn! De partij van president Zuma zit op dit moment met een 2/3 meerderheid in het parlement en er gebeurt veel in de achterkamertjes, dat heeft meneer de manager ons wel duidelijk weten te maken.

Ik vond het behoorlijk schokkend dat dit algemeen bekende feiten zijn waar niemand wat aan doet (of kan doen). Het is bizar dat dit soort politieke spelletjes gespeeld worden in dit land, waar je als toerist op het eerste gezicht alleen de schoonheid ziet. Ik begin steeds benieuwder te worden naar de townships (welke het échte Afrika schijnen te zijn) en ik hoop dat deze manager ons wellicht een keertje mee wil nemen of dat ik met de mensen van mijn kindertehuis een keer mee op huisbezoek mag. Dit tipje van de sluier doet me mijn ogen openen voor het échte Afrika! En dat betekent het eind van de toeristische schijn die hier continu wordt opgehouden. Ik sta te trappelen om nog meer te leren van deze niet-toeristische realiteit!

Hot en Steamy

Voor allen die bij het lezen van deze titel dachten dat dit verhaal zou gaan over een bepaalde dokter uit Greys Anatomy of het nog altijd belachelijk hete weer hier, moet ik helaas teleurstellen. Nee, niets van dat alles.

Na zo'n drie weken rondrijden zónder kuren móest er natuuuuuuurlijk weer eens een auto-pech-verhaal komen. Ik ben niet ineens rechts gaan rijden, ben nergens tegenaan gereden, heb ook geen townshipper op mijn motorkap gekregen op de snelweg (wel bijna!) en ik heb óók niet nog een lekke band gereden. Nee, mijn barrel dacht dat ik het wel leuk zou vinden als ik een kopje thee zou kunnen zetten onder de motorkap. En nu hou ik eerlijk gezegd best wel van thee, maar hier in de zomer volstaat Ice Tea eigenlijk beter. Maar dát snapte meneer niet, dus die begon in plaats van het produceren van een stel ijsklontjes zichzelf langzaam te transformeren in een waterkoker.

Met alle gevolgen van dien. Zo reed ik dinsdagochtend de snelweg af en schrok me helemaal dood toen ik een hele lading stoom onder de motorkap vandaan zag komen. 'Dat kan niet goed zijn', zei zelfs mijn nogal beperkte autokennis en dus reed ik als een gek door naar mijn kindertehuis om daar maar even te informeren bij de concierge wat ik nu het best kon doen. Hij heeft me even uitgelegd hoe het temperatuurmetertje werkte (zelfs dat wist deze autoleek niet...ouch!) en vertelde hij me dat ik in de middag voordat ik vertrok even het water moest bijvullen. Achteraf gezien heb ik dat bijgevuld in het ruitenwisservloeistofbakje, maar goed, ik dacht hoe dan ook dat ik goed bezig was. Hahaha!

Kaapstad had ik maar nét zonder het kookpunt te bereiken gehaald en toen ik mijn monteurs maar weer eens ging bellen (ken het nummer zo onderhand al uit mijn hoofd) vertelden ze dat ze die ochtend erna zouden kunnen komen. Ze vervingen een of ander slangetje wat bleek te lekken, maar dat verhielp het euvel niet. Dan moest de waterpomp maar worden vervangen, redeneerde mister monteur. En dat zou hij de volgende ochtend pas kunnen komen doen, want die moest worden besteld. Uiteindelijk belde hij die middag, dat hij er toch ééntje had weten te regelen of ik thuis was (uhh...ja waar anders zonder auto!?) om het te komen vervangen. Zo gezegd, zo gedaan. Mijn wagentje zou het weer moeten doen. En als hij weer ging stomen moest ik nog maar terug bellen.

Samen met Gitta besloot ik tot een proefritje: Charlotte ophalen van haar stage. Dat is ongeveer 5 à 10 minuten rijden. En jaaaa hoor. We waren nog niet goed en wel bij haar stagebedrijf aangekomen of mijn frustratielevel was samen met dat metertje tot het kookpunt gestegen. Bij de supermarkt vlakbij ons huis konden we zo door voor de stoomboot van Sinterklaas! Mijn zoveelste telefoontje leverde op dat hij vanochtend de radiateur zou komen vervangen. Maar toen ook dát het probleem niet bleek op te lossen heeft hij het hele barrel maar ingeruild. Deze middag mocht ik kennis maken met mijn nieuwe witte Chico...

Samen met Katja ging ik straks een ritje maken, naar Seapoint waar zij zou gaan hardlopen en ik zou gaan zwemmen. Wát een ervaring!! Deze REED! Wat een genot was het dat je hem niet eens voelt schakelen! En ik kan hellingtrekken zonder handrem! Het lag dus helemaal niet aan mij, ik had gewoon een knarbak gehad!

En daar zwom ik nog geen tien minuten later in het olympisch buitenzwembad mijn vijftig meter lange baantjes, terwijl de woeste golven van de zee tegen de kust sloegen en de zwakke stralen van de ondergaande zon over het water schitterden. Wat is DAT toch fantastisch mooi en heerlijk verkoelend! Alle frustraties vielen van me af, alle verveling van de afgelopen twee saaie dagen thuis waren op slag vergeten. Ineens voelde ik me intens gelukkig!

Diversiteit en tegenstrijdigheid

De weken zijn vol hier, maar de weekenden des te voller! Ik zou bijna denken dat ik het hier gewoon drúk begin te krijgen! Niet met baby's knuffelen hoor, maar met al die leuke dingen die daarnáást hier te beleven zijn, haha! je zou bijna vergeten waarvoor je hier bent.

De grote huis-wissel heeft afgelopen week plaatsgevonden en we hebben naast onze tijdelijke huisgenootjes Sabien, Edwin en Yann ook twee blijvende huisgenootjes mogen verwelkomen: Katja en Bennie! Komende week verwachten we er nog twee en dan is met zeven bewoners ons studentenhuis vol. We doen heel veel samen al, maar trekken soms ook ons eigen plan en eigenlijk is dat wel prima. Ik ben blij dat er wat meer leven in huis is en zo is er iedere dag weer een (veel te grote) hoop te beleven! Want wat heb ik afgelopen week wel niet allemaal gedaan!?

Me allereerst flink geërgerd in het kindertehuis. Ik krijg steeds meer het gevoel dat ik me daar niet echt nuttig kan maken. Er is voldoende staff, die me overigens nog altijd zo ongeveer negeert en die soms gewoon met elkaar gaan staan kletsen als ik me om de peuters bekommer! Ja, hoor eens, daarvoor ben ik hier niet. Daarnaast is het huis tussen 12 en 15 uur altijd in diepe rust, wat betekent dat ik drie uur kan gaan zitten wachten totdat de baby's wakker worden om vervolgens nog een uurtje wat te kunnen doen. Ik ben vandaag dan ook naar het management gegaan en had deze rotgevoelens maar eens op tafel gegooid. Ik had verwacht dat ze overal handen te kort hadden, maar op dit moment zijn er zo weinig baby's (17) dat het prima te doen is.
Het management neemt me gelukkig wel serieus (ik weet eerlijk gezegd niet of ik anders nog lang was gebleven) en heeft beloofd met de staff te zullen praten. Hun attitude naar mij moet echt veranderen en ik hoop dat ze me snel iets meer gaan waarderen. Ik vrees ervoor, de uitkomsten van mijn colleges Attitudeverandering in mijn achterhoofd, maar goed ik probeer positief te blijven! Als de kinderen slapen ga ik vanaf nu op zolder helpen. Daar is het één grote bende van tassen, vuilniszakken en dozen met allemaal donaties die het kindertehuis heeft gekregen. Die liggen er al een tijdje en er is nog geen tijd geweest om het uit te zoeken. Het is voornamelijk kleding, die ik mag gaan sorteren en uitzoeken: waar zitten gaten of vlekken in en wat kunnen de kinderen nog best aan? Daar ben ik deze week wel wat middagen zoet mee, schat ik in! En ik ben écht heel blij dat ik in ieder geval iets kan doen! Ik heb zelf verder bedacht om af en toe een kindje apart van de groep te gaan nemen om hem of haar zo individuele aandacht te geven zonder dat er meteen weer drie jaloerse peuters om mijn nek hangen. En woensdag is als het goed is de fysiotherapeut weer beter, wie weet kan ik die dan eindelijk gaan helpen.

Het is best tegenstrijdig dat je ergens vrijwilligerswerk gaat doen en dat je voor je gevoel niet zoveel werk kán doen. Dat had ik totaal niet gedacht! Ik ben de Nederlandse manier van werken gewend: niet lanterfanten, maar áánpoten! Hier gaat alles op zijn dooie akkertje en behoorlijk relaxed. Misschien is het ook wel alleen voldoende om aanwezig te zijn en moet ik niet zoveel willen doen? Vergeet niet dat ik continu minstens één peuter aan mijn broekspijp heb hangen...hahaha!

Naast al dat gedoe en die gedachten over de noodzaak van mijn aanwezigheid heb ik gelukkig ook weer bergen afleiding kunnen vinden afgelopen week! Zo zijn we met het huis gaan eten bij Mamma Africa, waar je typisch Afrikaans kan eten. Ik heb het lef gehad om een mixed grill te proberen met krokodil, struisvogel, kudu en springbok. Ik moet zeggen, struisvogel en kudu smaken héérlijk! Krokodil is een beetje sponzig en springbok nogal taai (iets te hard gesprongen?). Mijn weekend heb ik deze week ook weer overvol gestopt met een rondje door de wijnstreek (ongelofelijk prachtig!! Frankrijk is er niets bij!) en bezoekje aan één van de wijnboerderijen van Stellenbosch, een Rugbywedstrijd (en jeej, WE hadden gewonnen), Green Market Square, het South African Museum (waar ik vooral het Planetarium met een show over de sterrenhemel van het zuidelijk halfrond heel cool vond)! En we zijn op een paardenrennen-afterparty, waar het halve Zuid-Afrikaanse Gooi ladderzat rondhupte volledig los gaan, hebben de Canal Walk (de grootste Shopping Mall I've ever seen) leeggekocht en stonden te swingen op een supercool strandfeest met DJ Goldfish.

Ik heb weer veel andere kanten van Zuid-Afrika leren kennen, met name omdat we hier stándaard OVERAL verkeerd rijden (leve de ontbrekende Afrikaanse bewegwijzering!), en daarmee op de meest bizarre plaatsen komen. Zo liggen de krottenwijken vlak naast de meest Amerikaanse wijk en kun je je hier binnen een paar kilometer van Miami naar Bangladesh wanen. Er is zoveel diversiteit, zoveel verschil tussen arm en rijk en daar word ik des te vaker mee geconfronteerd. Zo sta je nog tussen het uber-kakvolk met design-cocktailjurkjes en zo scheur je vervolgens over de snelweg langs KI-LO-ME-TERS township. Surreël is het bijna. En dat is dan állemaal Zuid-Afrika.
Nee, ik ben hier nog lang niet klaar!

Happy birthday to me...

Nog nooit vierde ik mijn verjaardag in de zomer, nog nooit op het strand, nog nooit zonder familie, zonder vrienden, (op ééntje pakje na) zonder cadeautjes, nooit met een zomerse cocktail in mijn hand, nog niet eerder zonder vlaggetjes, zonder taart, nog nooit zonder feestje, of zonder een rechtstreeks ‘lang zal ze leven' ;), niet eerder zonder verjaardagskaartjes, niet eerder op slippers en nooit met een zonnebril. En ook nog nooit met superverbrande benen, zodat ik haast niet meer kon lopen. Nooit zat ik op mijn verjaardag zo lang in de auto en niet eerder heb ik me zo niet jarig gevoeld.


Ondanks dat iedereen zo zijn best deed met smsjes, telefoontjes en mailtjes, het ECHTE verjaardagsgevoel ontbrak. En misschien komt dat nog wel het meeste door het weer. Op mijn verjaardag hoort het koud te zijn, hoor ik voor de verwarming te zitten met een dikke trui en te genieten van warme thee met een stukje taart. Nu had ik een juli-gevoel gecombineerd met vakantiekriebels. En ook al heb ik het altijd gewild, mijn verjaardag in de zomer vieren, in de tuin met een leuk feestje met allemaal lieve mensen om me heen, met lampjes en wijntjes, terwijl je de hitte na een warme zomerdag nog kunt voelen, het was het toch niet helemaal. De hitte was er wel, maar de rest van wat je je de jarige laat zijn ontbrak. Maar niet getreurd, er komen er vast nog heel erg veel, dus dan halen we dat wel weer in. EN het is natuurlijk ook wel heel bijzonder dat ik wilde struisvogels heb gezien op mijn verjaardag. En dat we vanaf de snelweg giraffen zagen lopen! Hoe gaaf!!


We (Charlotte, Gitta, Floor en ik) zijn zondag, na een supergezellig stapavondje op Longstreet, namelijk heerlijk gaan cruisen met onze Chico richting Langebaan, een kite-surfersparadijs (hoewel, we zagen er wel geteld één...), hebben daar heerlijk geluncht, op het strand gelegen en zijn 's avonds bij de McDonalds beland. De big macs hier smaken echt precies hetzelfde als in Nederland (goh, verrassend). Eigenlijk is de hele Mac hetzelfde (zelfs het kinderspeelding) als bij ons, behalve dat hier de efficiëntie nogal ontbreekt. Maar dat is hier geloof ik in Zuid-Afrika meer regel dan uitzondering. Hahaha!


Anyway, de moraal van dit verhaal is dat ik weer een jaartje ouder ben geworden (maar me nog steeds net zo jong voel als vorige week)...haha!
Voor allen die aan me hebben gedacht: bedankt! En voor allen (en met name één, haha) die NIET aan me hebben gedacht: ook bedankt ;)!

Bovenop die berg...

Als je zo lang in Kaapstad bent, móet je de Tafelberg beklimmen, vond ik ondanks dat ik nooit bergen beklim. Mijn laatste berg moet die geweest zijn in Frankrijk, toen ik een jaar of dertien was, gezellig wandelend over zandpaadjes met wijngaarden aan de ene kant en hoge bomen aan de andere. En zo stelde ik me de paadjes op de Tafelberg ook ongeveer voor, met uitzondering van de wijngaarden dan. Helaas kwam deze idyllische voorstelling nog geen fractie in de buurt bij de werkelijkheid.

Gisterenochtend vertrokken Floor, Arienne en ik erg vroeg, want het wordt hier erg snel warm (sorry voor deze opmerking ;) ). Rond half acht in de ochtend parkeerden we de auto naast het lage kabelbaanstation en liepen op advies van een winkeltje-man eerst vijftien minuten verder, want ‘daar zou het pad van de easy route beginnen en waarom zou je moeilijk doen als het ook makkelijk kan', stelde hij.

Vol goede moed en met een bepakte rugzak (1,5 liter water, 2 bananen, broodjes en een vestje) begon ik aan mijn tocht. Floor en Arie zijn na minstens acht hikes ervaren rotten in het beklimmen van bergen, maar ik stond bij de eerste tien meter al raar te kijken naar de trap van rotsblokken met hoge treden. Was DIT het pad?! NEE toch! Hijgend en puffend klauterde ik tree voor tree naar boven en plofte bij een splitsing even neer op een rotsje. ‘Even pauze hoor!' hijgde ik buiten adem. Je kon hier of via een andere weg terug naar het lage kabelbaanstation of door naar de top. ‘Oh, ik kan echt niet meer, Arie, hoelang zijn we al onderweg' vroeg ik aan Arienne, die een stopwatch had aangezet, terwijl ik schatte dat het al minstens een uur was. ‘Twintig minuten', was echter haar antwoord. ‘TWINTIG minuten?!' kaatste ik haar antwoord terug, ‘dan moeten we nog minstens 2.5 uur!' *hijg hijg* ‘Ik ga terug!' gilde ik wanhopig, denkende aan nog 2.5 uur zwoegen en zweten op de trap van rotsen, ‘dat kan ik nooit!'.

Ze hebben even op me in moeten praten, maar uiteindelijk ben ik toch maar mee doorgegaan. De zon ging achter de wolken, de top kwam steeds meer in de mist, maar ik heb doorgezet. Met tante Erna in gedachten sleepte ik me naar boven, terwijl ik na iedere pauze sneller buiten adem raakte, mijn benen me op een gegeven moment amper nog konden dragen en mijn blik alleen nog maar op de stenen voor me gericht was. Van het uitzicht kon ik allang niet meer genieten. Ik verstapte me een paar keer, van vermoeidheid, je kon mijn hempje ondertussen uitwringen, mijn haren zaten aan mijn hoofd geplakt en zat ergens over de helft naar beneden te staren en bedacht dat ik drie keuzes had: of ik liep naar boven, of ik ging terug (wat waarschijnlijk verder was), of ik sprong naar beneden.

Gelukkig is mijn wil om te leven sterker dan alles (haha) en verzamelde ik onder grote aanmoediging van Floor en Arie de moed om de nóg een uur langer te klimmen. Iedere keer 15 treden en dan heel even rusten. En het werkte! Langzaam maar zeker kwam de top in zicht en ineens was het moment dan eindelijk daar. We waren bovenop de top, die nog steeds volledig in de wolken gehuld was.

Het geweldig uitzicht na deze uitputtende tocht moet zijn als een baby na een zware bevalling. En alles wat wij zagen was: mist! En het maakte me eigenlijk ook niks meer uit, ik was zó blij dat ik boven was, na de waarschijnlijk langste 3 uur en 20 minuten uit mijn leven, dat ik alleen al blij was met een blikje cola en een rietje!

Mijn les van vandaag is dan ook: onderschat nooit de Tafelberg! En ik zweer het bij deze, ik beklim hem nooit, maar dan ook nooit meer! Volgende keer pak ik de kabelbaan!

Want waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?

The other side...

Ik ben inmiddels al ruim twee weken hier en zo langzamerhand begin ik mijn ogen te openen voor de andere kant van Zuid-Afrika. In het begin was ik alleen maar zo enorm onder de indruk van die kolossale berg in de achtertuin, de prachtige natuur, de schone wegen, de mooie uitzichten en het lekkere weer. Het enige wat me toen deed beseffen dat het niet zo westers is hier was die kneuzige, irritante, rot-auto. En die nam eerlijk gezegd behoorlijk wat frustratie in beslag. Maar nu het ding zo goed als rijdt en ik beetje bij beetje vertrouwen in hem begin te krijgen, zie ik steeds meer de ellende van hier, die voor mij eerlijk is eerlijk eigenlijk al vrij ‘normaal' is geworden. Die ik eerder simpelweg niet zag, omdat het hier hóórt. Totdat je er eens goed over na gaat denken.

Want doordat de werkloosheid zo hoog is, verzinnen ze hier de gekste banen om mensen maar aan het werk te zetten. Eigenlijk het tegenovergestelde van in Nederland. Daar moet alles gebeuren met zo min mogelijk personeel en zo efficiënt mogelijk. Hier is het eigenlijk alles behalve efficiënt. Zo is er in de supermarkt bijvoorbeeld standaard iemand die je spullen in een tasje stopt bij de kassa, maar dan met het tempo van een bejaarde slak. En er staat iemand bij de weegschaal op de groenteafdeling om je zakje appels van een sticker te voorzien.
Ook bij de benzinepomp zijn er meer medewerkers dan pompen en dan heb ik het nog niet eens over het fenomeen parkeerwachter. Echt op ieder stukje straat waar geparkeerd mag worden (behalve eigenlijk voor onze deur, realiseer ik me ineens) staat een mannetje in een geel hestje, die je helpt met inparkeren (I love them!) en die je auto bewaakt wanneer je weg bent. Als je terug komt geef je hem een muntje van 2 Rand (iets van 18 eurocent) en that's it! En bij wegwerkzaamheden staat er, waar bij ons zo'n geel bord met knipperende pijl staat, altijd één van de bouwvakkers vooraan te zwaaien met een vlag. Het zal je baan maar zijn!

Taxi's toeteren overal naar je. Niet zoals in Spanje omdat blond bent (ofja, misschien ook wel, haha!), maar om te vragen of je niet meewil, zodat ze geld kunnen verdienen. Er was zelfs ooit een man in een wit taxibusje, zo een waar veel meer (meestal zwarte) mensen ingepropt worden dan dat er stoelen zijn, die dan voor weinig geld één voor één naar hun bestemming worden gebracht. Hij hing toen hij ons voorbij reed iets te enthousiast uit zijn raam te zwaaien en gillen naar Gitta en mij. We kwamen net uit ons tuinhekje en schrokken nogal van het feit dat hij vervolgens keihard op zijn rem ging staan, uit de wagen sprong en naar ons toe kwam rennen. Wij wisten niet hoe snel we naar binnen moesten rennen en de voordeur achter ons dicht moesten gooien!! Onbedaarlijk hebben we staan lachen vanwege het feit dat die man waarschijnlijk alleen maar wilde vragen of we geen taxi hadden gewild...

Veel werklozen zijn daarbij dakloos. Zelfs in mijn ‘redelijk witte' wijk zie je best veel zwervers. Toen we dinsdagavond de vuilnisbak hadden buitengezet (onze nieuwe, want de oude was twee weken geleden gestolen en doet nu vast en zeker dienst als heus zwerver-huis...haha!) en vervolgens nog even een film gingen terugbrengen naar de videotheek stond er alweer iemand te graaien in onze zakken, op zoek naar resten voedsel. We moeten ook echt ons tuinpoortje dicht houden, anders komen er zwervers in onze tuin.

Langs de snelweg, waar ik iedere dag overheen rijdt naar Somerset West liggen veel townships. Sommige zijn door de overheid aangelegd en zijn meer een soort van woonwagenachtige huisjes, die er allemaal hetzelfde uitzien en in rechte lijnen zijn gebouwd en sommige zijn echt zo'n krottenwijk zoals je die kent uit de aardrijkskundeles van de basisschool. Alle huisjes tegen en op elkaar gebouwd met van die plastic golfplaten daken en doeken overal aan vast gemaakt.
Er lopen (of fietsen) dan ook contant mensen uit de townships langs de snelweg en ze steken hem zelfs over. Deze week moest ik nog vol op de rem om iemand te ontwijken, toen hij doodleuk vlak voor mijn auto de op snelweg wandelde (en vervolgens gelukkig (!) toch maar begon te rennen)!

Als ik dit zo op een rijtje zet, lijkt het wel een totaal andere wereld dan die ik schetste in eerdere verhalen. Van de ene kant is er zoveel moois, maar tegelijk is er dus ook enorm veel armoede. Het is maar net waar je bent. In de ene wijk van Kaapstad staan alle huizen achter grote hoge hekken met prikkeldraad, wij hebben in onze centrumwijk ‘alleen' tralies voor de ramen en deuren en een flink hek met punten voor de ingang van de tuin.

En het gekke is, ik zie dit alles bijna al niet meer! Hoe snel verander je je standaard van ‘normaal'!? Hoe eenvoudig pas je je eigenlijk aan aan al die dingen die ik in Nederland te gek voor woorden zou vinden! Misschien dat dat de reden is, dat dit alles in Zuid-Afrika nog steeds tot de dagelijkse gang van zaken behoort. Men vindt het allemaal maar normaal. En sja, dan gaat er natuurlijk ook niet zo snel wat veranderen...

Het relaxte weekend-leventje en de keiharde dood...

Het meest fantastische en gezellige ontbijt wat je je maar kan voorstellen is te krijgen bij the Old Biscuit Mill. Een markt van plaatselijke boeren, die iedere zaterdag plaatsvindt in een oude fabriekshal in Kaapstad. Je kan er superverse broodjes krijgen, die ter plekke voor je worden belegd (à la Bakker Bart), goddelijke smoothies en de vreemdste hapjes uit alle verre oorden. Er was zelfs eten uit Nederland: een heuse kroketten, poffertjes en bitterballen-kraam!! Die hoef ik, naast mijn zelf meegebrachte pindakaas en hagelslag, ook al niet te missen. ;)

Nadat we heerlijk gesmuld hadden van alle lekkernijen hadden Floor en ik ons ’s middags bij Charlotte en Gitta gevoegd en hebben we heerlijk genoten van het namiddagzonnetje op het stand van Camps Bay. Heerlijk!!

Gisterenmiddag heb ik Floor uiteindelijk afgezet (een stuk vanaf) haar eigen huis. Ze gaat in de Bo-Kaap wonen, de Islamitische wijk van Kaapstad, die tegen Signal Hill gebouwd is. Vroeger woonden hier slaven en dat is de reden dat alle huisjes er in alle kleuren zijn geschilderd. De slaven probeerden hun verplichte witte kleding te compenseren met kleurrijke huizen. Het ziet er heel leuk uit, allemaal schattige straatjes met kinderkopjes, maar het is er een hel om te rijden (vind ik dan). Het is er namelijk zó steil, dat ik bij ieder bocht bang ben achteruit te rijden. Hahaha! Rijden hier gaat prima, maar zodra het ook maar een beetje gaat hellen, wordt de paniek-kip in mij wakker.

Het was gisteren zonder wind weer een extreem hete dag. Na een heerlijke smoothie met Lot en Marlijn (oud-huisbewoner) besloten we naar de film te gaan, want bij gebrek aan zwembaden in de buurt is dat een goede manier om af te koelen. In de bios overheerst de airco zodanig dat het kippevel niet meer van onze armen weg te krijgen was.

Gisterenavond hebben we met een dinertje afscheid genomen van Jane en Marlijn, die weer richting Nederland zijn vertrokken. Ik heb voor het eerst in mijn leven Sushi gegeten! Wat lekker! Natuurlijk kreeg ik amper mijn bord leeg, dus staat er nu nog een halve portie in de koelkast. Het is hier namelijk gebruikelijk dat je een doggy bag mee krijgt. Je hebt voor je eten betaald, dus mag je het ook meenemen, zo redeneert men. Of je het nu zelf een dag later opeet of aan een zwerver op straat geeft, mag je zelf bepalen.

En zo was het na een heerlijk lang weekend vanochtend ineens weer maandag en ging om half zeven de wekker af, ik mag weer naar Somerset West. Chapeau voor mijn auto, die rijdt ineens weer 120 km/h (dus tóch door die lekke band) en ik dacht eerlijk gezegd dat mijn week niet beter kon beginnen.
Totdat ik mijn afdeling opliep en voelde dat er een grafstemming heerste. Keyna (9 mnd) en Mary-Anne (1,5 jr), die vorige week naar het ziekenhuis zijn gebracht zijn allebei overleden. Ook al kende ik de meisjes nog maar een paar dagen, om Keyna heb ik me toen ze ziek was continue bekommerd. Het is afschuwelijk hun lege bedjes te zien en te weten dat ze daar nooit meer in zullen liggen. Het is hard, maar waarschijnlijk de keiharde waarheid waarmee ik geconfronteerd werd en wat ik even vergeten was: dit is Afrika! En daar gaan kindjes blijkbaar heel gemakkelijk dood.

Vorige week maandag, toen ze me de 'overleden-kindejs-herinneringsmuur' lieten zien tijdens de rondleiding door het gebouw vertelden ze me dat het niet vaak voorkomt dat een kindje sterft. En dat ik het in die 2,5 maand dat ik hier ben het waarschijnlijk niet zal meemaken.
En nu, nog geen week later zijn er twee meisjes weggevlogen, liggen er nog altijd twee kindjes in het ziekenhuis en drie in quarantaine bij ons zelf. En dan bekruipt me stiekem toch een heel angstig gevoel...